Waarom miljarden voor oorlog wél kunnen, maar woningen, zorg en onderwijs blijven wachten
Terwijl duizenden jongeren geen woning kunnen vinden, terwijl leraren uitvallen en ouderen geen thuiszorg krijgen, maakt de Nederlandse overheid zonder aarzeling honderden miljoenen euro’s vrij voor militaire steun aan Oekraïne. Patriot-raketten, F-16-munitie, drones, radars – “substantieel”, noemt demissionair minister van Defensie Brekelmans het. Wat dat precies inhoudt? Dat wordt “nog uitgewerkt”. Maar één ding is zeker: het gaat om een bedrag van waarschijnlijk 250 tot 400 miljoen euro, bovenop de al toegezegde 2,6 miljard.
Dat geld gaat linea recta naar een oorlog waar we geen directe partij in zijn. Een oorlog die vreselijk is, ja, maar ook complex en langdurig. En terwijl we daar miljoenen naartoe sturen zonder debat, blijft het in Nederland op essentiële terreinen pijnlijk stil.
Waar is het maatschappelijk debat?
Er is geen Kamerbreed debat gevoerd over deze beslissing. Geen enquête, geen referendum, geen brede maatschappelijke peiling. De regering handelt alsof er consensus is, terwijl talloze Nederlanders zich afvragen: hoe kan het dat we moeiteloos geld vrijmaken voor buitenlandse wapens, terwijl onze eigen samenleving piept en kraakt?
Elke euro in de zorg wordt driemaal omgedraaid. Onderwijspersoneel moet bedelen voor extra handen in de klas. Jongeren kunnen vaak pas op hun dertigste uit huis. Ouderen wachten weken op hulp. De lijst met binnenlandse noden is eindeloos – maar als het om militaire steun aan het buitenland gaat, lijkt geld ineens geen probleem meer. Dat is niet alleen wrang, het is politiek onverantwoord.
Jongeren zonder toekomst, maar wél raketten
Met 400 miljoen euro had Nederland ruim 2.000 betaalbare woningen voor jongeren kunnen bouwen. Compacte, duurzame, sociale huur- of koopwoningen waarmee je hele wijken kunt vormgeven. En die woningen leveren ook weer iets op: huurinkomsten, belastinginkomsten, rust op de woningmarkt en een toekomstperspectief voor een generatie die nu vastzit.
Het is schrijnend dat deze groep jarenlang te horen krijgt dat er “geen geld is”, terwijl er binnen een paar dagen honderden miljoenen richting het front gaan. Het voelt alsof jongeren geacht worden geduld te hebben, maar militair materieel niet.
Onderwijs dat kraakt
Ons onderwijs is jarenlang structureel ondergefinancierd. Scholen in achterstandswijken draaien op minimale middelen. Leraren zijn overwerkt, klaslokalen zijn overvol en gebouwen verouderen sneller dan ze kunnen worden opgeknapt. Voor veel kinderen begint ongelijkheid al bij het schoolhek.
Maar stel je voor wat 400 miljoen euro hier zou doen. Je zou duizenden extra leraren kunnen aanstellen, scholen kunnen renoveren, leerlingen betere kansen geven. En in tegenstelling tot een Patriot-raket, verdwijnt die investering niet. Onderwijs betaalt zich altijd terug – in banen, innovatie en sociale samenhang.
Ouderen die wachten op zorg
Ouderenzorg wordt steeds verder uitgekleed. Er zijn wachtlijsten voor verpleeghuisplekken, er is een tekort aan thuiszorgmedewerkers, en mantelzorgers raken overbelast. Terwijl de vergrijzing toeneemt, neemt de overheidssteun af.
Met diezelfde honderden miljoenen had je duizenden extra zorgmedewerkers kunnen aanstellen. Verzorgingshuizen kunnen uitbreiden of renoveren. Technologieën kunnen worden ingevoerd die ouderen meer zelfstandigheid geven en zorg verlichten. Het zou mensenlevens verbeteren, werkdruk verlagen en waardigheid herstellen.
Maar de zorg moet wachten. De raketten niet.
Bruggen vol betonrot, maar geld voor drones is er wel
Nederland loopt ook fysiek achter. Wegen zijn slecht onderhouden, bruggen zijn onveilig verklaard, het spoor heeft te weinig capaciteit. Het Openbaar Vervoer wordt afgeschaald in dunbevolkte gebieden. En toch: investeringen blijven uit.
In plaats van geld vrij te maken voor infrastructuur die decennia meegaat, kiezen we ervoor om wapens te financieren die binnen enkele seconden verdwijnen. In plaats van te bouwen aan bereikbaarheid, mobiliteit en veiligheid hier, bouwen we verder aan de oorlog daar.
Geen pleidooi voor onverschilligheid, maar wél voor gezond verstand
Dit is geen pleidooi om Oekraïne te laten vallen. Natuurlijk moet een soeverein land zich kunnen verdedigen. Maar het is wél een pleidooi voor balans. Voor prioriteit. Voor het besef dat ook in Nederland de nood hoog is. En dat iedere euro die naar een raket gaat, niet beschikbaar is voor een woning, een klaslokaal of een ziekenhuisbed.
Het fundamentele probleem is niet dat Nederland Oekraïne steunt. Het probleem is dat zulke besluiten zonder enige maatschappelijke betrokkenheid worden genomen, terwijl onze eigen burgers al jaren op steun wachten. Dat is niet alleen oneerlijk, dat is onhoudbaar.
Wie bepaalt waar ons geld naartoe gaat?
Zolang jongeren geen woning vinden, leraren de klas verlaten, ouderen geen hulp krijgen en bruggen instorten, is het onacceptabel dat er wél miljoenen worden uitgegeven aan buitenlandse militaire missies – zonder brede politieke en maatschappelijke verantwoording.
De politiek moet uitleggen waarom deze keuzes worden gemaakt. Niet in achterkamertjes of persberichten, maar in open debat. Want uiteindelijk is dit ons belastinggeld. Onze toekomst. Ons land.