Wat nu gebeurt is geen toeval. Het is historisch patroon. En het eindigt nooit goed.
De beelden uit Utrecht waren veelzeggend. Een groep pro-Palestina-activisten verstoort de raadsvergadering. Ze schreeuwen, weigeren te vertrekken, blokkeren de ingang. De burgemeester moet vluchten via een achterdeur, politie grijpt niet in, niemand wordt opgepakt.
Vergelijk dat met wat er gebeurt als een groep bezorgde burgers vreedzaam protesteert tegen een asielzoekerscentrum. Of tegen klimaatbeleid. Of tegen woke-indoctrinatie op school. Dan staan de woorden al klaar: "radicaal-rechts", "extremistisch", "gevaar voor de democratie". De ME staat paraat. De media klaar met het frame. En voor je het weet, ben je als gewone burger een bedreiging.
Dit is geen incident. Dit is een patroon. En een gevaarlijk historisch patroon bovendien.
Geschiedenis herhaalt zich. Altijd onder een nieuw jasje.
Elke machtsstructuur die zichzelf wil beschermen, begint met het delegitimeren van kritiek. Dat zagen we in de DDR, in de Sovjet-Unie, bij het Vichy-regime, in maoïstisch China. De strategie is altijd dezelfde: de zittende macht presenteert zichzelf als ‘de redelijkheid’, ‘de vooruitgang’, ‘het morele kompas’. Iedereen die daarvan afwijkt, wordt niet inhoudelijk weerlegd, maar geframed als gevaarlijk, afwijkend of gestoord.
In de DDR werd kritiek op het regime een psychiatrisch probleem. In China werd je tijdens de Culturele Revolutie publiekelijk vernederd als je "burgerlijke ideeën" had. In Vichy-Frankrijk was je meteen een verrader als je niet meeliep.
In Nederland anno nu gebeurt hetzelfde — alleen subtieler, netter, verpakt in bestuurlijke taal en morele superioriteit. Maar de kern is identiek: wie afwijkt van het heersende narratief, wordt gecriminaliseerd, gemarginaliseerd en monddood gemaakt.
Eén mening is de norm. De rest is ‘gevaarlijk’.
Wie zich uitspreekt tegen de globalistische koers, de open grenzen, de klimaatagenda of de morele arrogantie van de progressieve elite, wordt niet gezien als een betrokken burger. Nee, je bent meteen verdacht. Een wappie, een racist, een fascist, een ‘ondermijner van de democratie’.
Tegelijkertijd mogen radicale activisten van links met vlaggen, geweld en intimidatie over de grenzen van de wet gaan — en krijgen daarbij vaak nog sympathie van media en politici ook.
Dit is morele corruptie van de macht. Dit is hoe vrije samenlevingen in verval raken.
Het gevaar komt niet van het volk. Het komt van boven.
De ware bedreiging voor de democratie komt niet van mensen met een andere mening. Het komt van machthebbers die die mening willen verbieden. Van instituties die selectief straffen. Van media die niet controleren, maar meelopen. Van burgemeesters die de ene demonstratie verdragen en de andere verdacht maken.
Als kritiek op beleid gelijk wordt gesteld aan extremisme, is het einde van de democratie in zicht. Dan zijn we niet ver meer verwijderd van wat in het verleden zo vaak gebeurde: een staat die zichzelf beschermt door angst te zaaien voor haar eigen burgers.
De geschiedenis waarschuwt. Het volk moet luisteren.
We kunnen kiezen. Of we laten dit verder escaleren — met steeds minder ruimte voor vrije meningsuiting, en steeds meer angst voor afwijkende geluiden. Of we trekken nu een grens. We eisen gelijke behandeling van álle burgers, ongeacht hun mening. We eisen dat protest weer protest mag zijn — zonder etiket, zonder straf, zonder selectieve verontwaardiging. De geschiedenis leert: als het volk zwijgt, wint de onderdrukker.
Laten we dus niet zwijgen.
Niet nu. Niet weer.