Van antifascisme naar intimidatie?
In Nederland profileren sommige extreemlinkse groepen zich als verdedigers van mensenrechten en tegen fascisme. Vooral tijdens recente Gaza-demonstraties en universiteitsprotesten valt echter op dat deze groepen tactieken gebruiken die autoritaire trekken vertonen. Historisch gezien waren antifascistische bewegingen de verdedigers van vrijheid en democratie, maar in de praktijk lijken sommige van deze hedendaagse activisten parallellen te vertonen met methoden die autoritaire regimes, zoals nazi-Duitsland in de jaren dertig, gebruikten.
Geweld en vernielingen: een groeiend probleem
Een van de meest zichtbare kenmerken is het gebruik van geweld en intimidatie. Tijdens universiteitsprotesten werden gebouwen bezet, ruiten ingegooid, barricades geplaatst en apparatuur vernield. Alleen al bij de Universiteit van Amsterdam liep de totale schade op tot ruim vier miljoen euro. Beveiligers en politiefunctionarissen raakten gewond en diverse demonstranten werden gearresteerd. Hoewel dit in schaal en impact lang niet te vergelijken is met de paramilitaire acties van de SA in Duitsland, is de onderliggende dynamiek herkenbaar: groepen gebruiken fysiek geweld en dreiging om hun politieke agenda af te dwingen en tegenstanders te intimideren.
Censuur en uitsluiting: afwijkende stemmen monddood
Daarnaast valt het op dat sommige groepen zich bezighouden met het uitsluiten of monddood maken van andersdenkenden. Sprekers op universiteiten en publieke bijeenkomsten die een afwijkende mening uiten, worden geïntimideerd of weggeleid, en sociale media worden gebruikt om tegenstanders te belasteren of te isoleren. Deze tactiek van censuur en uitsluiting heeft sterke parallellen met hoe de nazi’s kritische pers en politieke tegenstanders monddood maakten om hun ideologie ongestoord te verspreiden. Het verschil is dat Nederland nog steeds functioneert binnen een rechtsstaat, waardoor de escalatie beperkt blijft, maar de mechanismen van sociale controle en groepsdruk vertonen duidelijke overeenkomsten.
Symbolen en groepsdruk: wij versus zij
Symboolpolitiek en groepsdruk spelen eveneens een grote rol. Massale demonstraties, vlaggen, leuzen en andere visuele middelen creëren een duidelijk “wij versus zij”-gevoel. In het Duitsland van de jaren dertig versterkten massademonstraties, partij-symboliek en propaganda de cohesie van de beweging en de loyaliteit aan het regime. In Nederland wordt dit op straat en online herhaald, waardoor afwijkende meningen vaak onder druk komen te staan of zelfs worden gecensureerd, ondanks dat de wettelijke bescherming van vrije meningsuiting intact blijft.
Zondebokdenken: vijanden aanwijzen
Een ander zorgwekkend element is het zondebokdenken. Tijdens sommige pro-Gaza demonstraties zijn leuzen en acties geuit die direct of indirect antisemitisch kunnen worden geïnterpreteerd, terwijl de groepen zichzelf presenteren als antiracistisch. Dit echoot de manier waarop de nazi’s Joden demoniseerden en de samenleving opdroegen hun ideologie te volgen. Het verschil zit hem in schaal en context, maar het mechanisme van het aanwijzen van een vijand om de eigen ideologie te legitimeren is opvallend vergelijkbaar.
Migratie en politiek: een explosief thema
Naast activisme rond Gaza en universiteiten speelt migratie een steeds grotere rol in de politieke en maatschappelijke spanning. Sommige linkse partijen pleiten voor grootschalige immigratie, waarbij wordt gesuggereerd dat nieuwe groepen burgers soms deels worden aangetrokken om politieke steun te vergroten. Critici zien dit als een manier om stemmen binnen te halen, terwijl de gevolgen op het terrein vaak complex zijn. Gemeenten, sociale voorzieningen en onderwijs krijgen te maken met druk op huisvesting, werkgelegenheid en sociale integratie. Deze spanning vergroot het gevoel van polarisatie, vooral onder groepen die zich zorgen maken over nationale identiteit en sociale samenhang. Extreemlinkse activisten die deze politieke lijn steunen, gebruiken dezelfde tactieken van groepsdruk, intimidatie en framing die we al zagen bij protesten, wat bij tegenstanders het beeld versterkt van een dubbele standaard in het Nederlandse politieke debat.
Media en politiek: dubbele standaard
Media en politieke reacties versterken vaak de discrepantie tussen hoe extreemlinks en extreemrechts wordt beoordeeld. Waar bij rechts-extremistische acties de nadruk ligt op terreur en dreiging voor de democratie, wordt extreemlinks vaak geplaatst in een kader van idealisme, vrijheid van meningsuiting en politieke boodschap. Zo werden de universiteitsbezettingen en vernielingen van miljoenen euro’s in veel media omschreven als “vreedzaam protest dat ontspoorde”, terwijl de impact op instellingen en burgers relatief minder aandacht kreeg. Politieke reacties waren verdeeld: rechtse partijen veroordeelden scherp, noemden het intimidatie en antisemitisme, terwijl linkse partijen de nadruk legden op academische vrijheid en het recht op politieke meningsuiting.
Vergelijking met Duitsland jaren ’30
Wanneer we de gebeurtenissen in Nederland vergelijken met Duitsland in de jaren dertig, zien we zowel overeenkomsten als belangrijke verschillen. Beide situaties tonen dat groepen extremistische ideologieën kunnen verankeren door geweld, intimidatie, symboliek en groepsdruk te gebruiken. In Duitsland leidde dit tot een totalitair regime waarin afwijkende meningen systematisch werden onderdrukt en de staat een centrale rol speelde in de ideologische indoctrinatie. In Nederland ontbreken die institutionele machtsmiddelen. Hier blijft de democratie intact, de pers vrij, en de overheid handhaaft de wet. Toch laat de vergelijking zien dat de mechanismen van sociale controle, censuur en groepsdynamiek verrassend herkenbaar zijn, vooral wanneer media en politiek extremistische acties relativeren.
Conclusie: waakzaamheid geboden
Hoewel Nederland in 2025 geenszins op weg is naar een autoritair regime zoals in Duitsland, zijn er zorgwekkende parallellen in de methoden die sommige extreemlinkse en pro-Gaza-activistische groepen hanteren. Het gebruik van geweld, intimidatie, symboliek, censuur en zondebokdenken kan leiden tot een klimaat waarin vrijheid van meningsuiting, publieke discussie en nationale samenhang onder druk staan. Tegelijkertijd verhoogt het politieke pleiten voor grootschalige immigratie de maatschappelijke spanning, waardoor de noodzaak om kritisch en evenwichtig te rapporteren en debatteren des te groter wordt. Media en politiek dienen deze dynamieken scherp te blijven kaderen, ongeacht de ideologie van de groep die ze uitvoert.