Waarom Timmermans, Jetten en Klaver niks snappen van jouw leven — en daar ook geen fuck om geven
Welkom in Nederland, waar de mensen werken en betalen, terwijl de zelfbenoemde morele elite champagne drinkt op jouw rekening. Waar de energierekening twee keer zo hoog is, de huur onbetaalbaar, en het vlees straks alleen nog in museumvitrines ligt. En bovenaan de troon, daar staan ze: Frans Timmermans, Rob Jetten en Jesse Klaver. Drie zelfingenomen karikaturen van de bestuurscultuur die het woord ‘volk’ alleen gebruiken als ze het moeten spellen voor hun speechschrijver.
Frans Timmermans: De Globalist in Gucci
Frans is terug. Niet omdat hij Nederland mist, maar omdat zijn ego niet meer paste in Brussel. Deze man denkt écht dat hij Europa heeft gered van het klimaat, terwijl hij waarschijnlijk meer vlieguren op zijn naam heeft dan Ryanair. De man die iedereen het vlees wil verbieden, maar zelf op kosten van de belastingbetaler wagyu-biefstukjes weg hapt op een klimaattop in Davos.
Timmermans is geen volksvertegenwoordiger. Hij is een wandelende TED-talk met een overgewicht aan hypocrisie. Hij praat over duurzaamheid, maar zijn airco staat altijd aan. Hij preekt over solidariteit, maar heeft nog nooit een rekening hoeven delen. Hij zegt dat het anders moet, dat het eerlijker moet — maar het enige wat eerlijk is aan Frans, is dat hij totaal geen schaamte meer heeft om te laten zien dat hij leeft in een wereld zonder consequenties.
Het is een man die het volk toespreekt alsof hij een priester is die zijn domme schaapjes vergeeft dat ze vlees eten, een dieselauto rijden of niet weten wat “de ecologische voetafdruk per capita” betekent. Alsof jij, die elke maand je hoofd boven water probeert te houden, verantwoordelijk bent voor de zeespiegel.
Rob Jetten: De Glimlach van de Belastingen
Rob Jetten is een technocraat in een pak van 700 euro die denkt dat empathie iets is wat je kunt downloaden. Hij glimlacht altijd, zelfs als hij je met droge ogen vertelt dat de stroomprijs “even door een noodzakelijke fase gaat”. Terwijl jij de was doet op standje middernacht, steekt Rob nog een persconferentie aan over hoe trots hij is op “onze gezamenlijke vooruitgang”.
Jetten heeft ongeveer net zoveel binding met de gewone werkende Nederlander als een bladblazer met een straaljager. Hij werkte ooit bij ProRail, en dat klinkt indrukwekkend, totdat je beseft dat dat gewoon een overbetaald parkeerterrein is voor ambtenaren. Daarna is hij linea recta de Kamer binnengewandeld, zonder ooit in een echte commerciële organisatie te werken, zonder ooit loonheffing te moeten berekenen, zonder ooit een klant te verliezen of een deadline te halen die wél iets kost.
Zijn hele loopbaan bestaat uit beleidsdocumenten, interviews bij Op1 en het posten van foto's waarin hij doet alsof hij begrijpt hoe de energietransitie werkt. Ondertussen sluit hij fabrieken, beboet hij boeren en verhoogt hij je energierekening — allemaal om te voldoen aan doelen die hij zelf niet kan uitleggen zonder PowerPoint.
Jesse Klaver: De Woke-influencer van de Tweede Kamer
Jesse Klaver is de politieke versie van een sojalatte: licht verteerbaar, weinig inhoud, en niemand zit er écht op te wachten. Deze man heeft nog nooit met een callcenter gewerkt, nog nooit op een bouwplaats gestaan, nog nooit in een fabriek de dag volgehouden — maar hij weet wél precies hoe jij moet leven. Hij is een man die preekt over ongelijkheid terwijl hij zichzelf in talkshows laat stylen alsof hij net van de catwalk komt.
Klaver heeft meer meningen dan oplossingen. Meer hashtags dan voorstellen. Meer idealen dan realiteit. Hij is voor de arbeider, zolang die zich niet misdraagt, niet vlees eet, elektrisch rijdt, woketaal spreekt en vooral: Jesse stemt. De arbeider die niet past in zijn bubbel? Die is ineens ‘extreemrechts’.
Hij belichaamt de nieuwe generatie politici: opgegroeid in vergaderzalen, getraind in debatclubjes, emotioneel gehecht aan hun Twittervolgers maar totaal losgezongen van het leven dat echte mensen leiden. Jesse weet niet wat het is om een kind te hebben dat op een wachtlijst staat. Hij weet niet hoe het voelt om een jaar te wachten op een huurwoning. Hij weet niet wat het is om met knikkende knieën bij de kassa te staan, bang dat je pas het weer niet doet.
Dit zijn geen volksvertegenwoordigers. Dit zijn merkambassadeurs van elitaire ideologieën.
Ze praten over jou, maar nooit mét jou. Ze maken wetten die jou raken, maar hen niet. Ze voeren beleid met jouw geld, maar zonder jouw stem. Ze kijken op je neer terwijl ze zeggen dat ze naast je staan. Ze verpakken controle als solidariteit en verkopen dwang als duurzaamheid.
En terwijl jij je baan verliest, je auto weg moet doen, je vlees afzweert, je kinderen uitleg moet geven waarom schoolboeken er niet zijn — zitten zij aan tafel met consultants, communicatieadviseurs en denktankjes om de volgende campagne in te richten die nog progressiever, inclusiever en wereldvreemder is dan de vorige.
Genoeg geluld. Tijd om wakker te worden.
Als je denkt dat deze mensen voor jou opkomen, dan ben je precies waar ze je willen hebben: machteloos, braaf, belastbaar. Maar het masker valt af. Steeds meer mensen prikken door de façade van hun nep-empathie heen. Want echte solidariteit begint niet in een Kamerdebat, maar op straat. Aan de keukentafel. In de loods. In de zorg. Daar waar mensen elkaar nog recht aankijken en hun problemen oplossen zonder persbericht of hashtags.
Zolang we ons blijven laten regeren door types die een werkhandschoen alleen van foto’s kennen, gaat er niets veranderen. Tijd om ze terug te sturen naar de wereld waar ze thuishoren: ergens ver weg, in een geluiddichte vergaderzaal waar niemand last van ze heeft.